A: “Wat je zegt is complete onzin, wat ben je toch dom!” (Geen motivatie, gelijk aanvallen, een probleem creëren uit niets: onzin en dom zijn).
B: “Ik vertel je net waarom ik dit vind, plus onderbouwing!” (B weet dat h/zij niet dom is en het duidelijk heeft gemotiveerd, protesteert dus terecht tegen de opmerking van A).
A: “Wat je zegt is totale onzin. Er komt sowieso niks zinnigs uit je. Iedereen weet dat, iedereen ziet toch hoe dom je bent. Echt dom!” (A herhaalt en overdrijft de leugen, pretendeert niet de enige te zijn, terwijl er geen enkel bewijs voor is).
B: “Daar denken heel veel mensen anders over dan jij.” (Gaat niet mee in de ongefundeerde aantijgingen van A).
A: “Ze liegen gewoon tegen je. Ik ben de enige die eerlijk tegen je is. Daar moet je me dankbaar voor zijn, je denkt toch niet dat iemand tegen JOU zegt dat je dom bent en geen hersens hebt en niet zelf kunt denken? Wat jij zegt is complete onzin, werkelijk en je moet me dankbaar zijn dat ik je tegen jezelf, tegenover die anderen, in bescherming neem, je staat voortdurend voor gek.” (A vecht de werkelijkheid en ervaringen van B aan. Overdrijft nog eens extra en probeert de realiteit van B verder te verstoren. Verdraait de negatieve opmerkingen voor positief want redt B zogenaamd van het voor gek te staan).
B: “Natuurlijk maak ik ook wel eens een beoordelingsfout, wie niet? Ik ben niet perfect!” (Begint aan zichzelf te twijfelen ondertussen worstelt B met zijn/haar perceptie van de werkelijkheid).
A: “Om eerlijk te zijn, het probleem zit gewoon in je hoofd, je weet het niet dat je niet functioneert, het is dankzij je omgeving dat je het idee hebt wat te presteren of iemand te zijn, je slaat nog geen deuk in een pakje boter. Het heeft gewoon met jou te maken, je bent zo ontzettend dom dat mensen zich geen houding weten te geven wanneer ze met jouw onzin geconfronteerd worden. Bovendien ben je niet aantrekkelijk om te zien en je wordt er niet beter op, geloof me maar.”(De leugens stapelen zich op, ze worden ook groter en breder getrokken naar de hele omgeving van B. Hiermee wordt verwarring gezaaid om B nog meer uit balans te brengen en om controle te krijgen over B. Ook het uiterlijk wordt er nu bijgehaald).
B: “Wat bedoel je hier allemaal mee!” (B voelt zich nu erg onzeker, niet alleen over wat hij/zij gezegd heeft, zijn/haar denken, maar ook over de integriteit van iedereen rondom hem/haar. B gaat nu geloven in de zgn. feiten waar A mee komt, en zoekt naar oplossingen. B staat toe dat A zijn/haar werkelijkheid definieert, een verwrongen werkelijkheid in plaats van haar/zijn eigen betere meer realistische oordeel).
A: “Je staat minder voor gek en mensen hebben minder moeite met je als je gewoon naar mij luistert en doet wat ik zeg. Dat is voor iedereen beter, helemaal voor jou want anders kan het heel onaangenaam worden in de toekomst, zeker voor jou. Ik viel op je omdat je zo aantrekkelijk, vrolijk en zelfstandig was, echter is dat niet zo. Je hebt me verblind en ik weet eigenlijk niet eens of ik nog met je wil omgaan als je je zo dom blijft gedragen. Wanneer aan mij gevraagd wordt waarom ik bij je ben… ik zou het echt niet weten en ik denk dat ik de WAARHEID over je zal vertellen, wie en wat je echt bent.” (A doet alsof hij/zij de enige is die de waarheid kent en ook alle antwoorden heeft op de nep problemen van B. Maakt precies genoeg positieve opmerkingen om B valse hoop op beterschap te laten houden, tegelijkertijd wordt B getreiterd en gedwongen tot totale overgave aan A).
B: “Ik waardeer je eerlijkheid, DANK JE, geef me alsjeblieft nog een kans, ik zal mezelf echt verbeteren.”(B is bang om nog verder afgekraakt te worden, aangevallen, beledigd en gediskwalificeerd en gelooft de manipulatie, waarmee hij/zij zich overgeeft aan de macht van A. Er heeft zich een psychologisch afhankelijke/gewelddadige dynamiek gevormd tussen A en B waarbij A de controle heeft over de gevoelens, werkelijkheid, het gedrag en eigenwaarde van B).
Wat gebeurde hierboven?
A heeft de hele tijd de macht gehad in het bovenstaande gesprek, en B zat in de verdediging.
Hoe langer dit manipuleren duurt, hoe machtelozer en wanhopiger B wordt. Jij kunt B zijn, in heel wat veel meer subtiele manipulaties, het bovenstaande voorbeeld is erg overdreven.
De manipulaties beginnen dus subtiel en worden steeds heviger en erger naarmate de tijd verstrijkt, zo sluipt iemand je geest in en vergiftigt je werkelijkheid. Zeker mensen met een gezonde dosis zelfkritiek die levenslang proberen de laatste verbeterde versie van zichzelf te zijn.
Door voortdurend dezelfde leugens te herhalen, de perceptie van de werkelijkheid van anderen te herdefiniëren (want dat zie jij verkeerd) en jou, je groep of de maatschappij de verwrongen en gelogen werkelijkheid inclusief de verzonnen medestanders (iedereen ziet het) van de manipulator voor de waarheid en werkelijkheid te vervangen, worden jouw gevoel van waarheid, de werkelijkheid en je eigen ervaringen in je leven, aan het wankelen gebracht. Niemand ontkomt eraan uit evenwicht gebracht te worden door dit soort manipulaties.
Zodra je het gevoel hebt dat er iets niet klopt in de manier waarop er tegen je gepraat wordt, hoe je bejegend wordt of door dingen die je leest, volg je instinct, blijf trouw aan je eigen perceptie van de werkelijkheid en maak dat je wegkomt van de bron.